Logo Stichting Lonnekerberg

Lonnekerberg herrieberg?

 

Niet als het aan StiL ligt. StiL komt op voor de natuur en de recreanten op de Lonnekerberg en haar omgeving.

De Lonnekerberg is een uniek gebied in Nederland, nergens is de natuur zo rijk. Veel mensen genieten hier dagelijks van.

Dit gebied wordt verkwanseld en voor de volgende generaties onherstelbaar vernietigd, met alle gevolgen voor het ecologisch evenwicht in een groot gebied. StiL komt hiertegen in verzet.

Aan de rand van de Lonnekerberg wordt het vliegveldterrein ontwikkeld.

De plannen van de Gemeente Enschede en de Provincie zijn goed. De nadruk ligt op ontwikkelen met respect voor de omgeving. Geweldig!

Helaas, de Gemeente doet niet wat ze zegt. In de uitwerking blijft er niets van over. Er komt een evenemententerrein met bestemming industrie. De Gemeente heeft niet nagedacht over de gevolgen. Er is geen oog voor de natuur. Waarom krijgt de eigenaar van dit terrein daar de vrije hand? Nergens in Nederland mag een ondernemer zo veel voor zo weinig.

Er is veel geld en energie gestopt in het ontwikkelen van nieuwe natuur. Urenlang lawaai helpt die vervolgens om zeep. Kun je er zonder oordoppen nog wandelen en fietsen?

Met brandbrieven van natuurorganisaties is niks gedaan. Adviezen van deskundige mensen worden in de wind geslagen. Naar burgers wordt niet geluisterd. De overheid beschermt de natuur niet. StiL laat daarom van zich horen.

StiL wil een duurzame ontwikkeling van het hele gebied. Dat is heel goed mogelijk als economie en ecologie met elkaar in balans zijn. Mensen kunnen dan blijven genieten van een rijke natuur, nu en in de toekomst.

 

Maar er was toch altijd herrie toen Defensie er nog zat?

Veel mensen stellen ons deze vraag. Toch is de situatie nu niet te vergelijken met de tijd dat Defensie er nog zat.

Defensie voerde net als op al haar militaire terreinen een pro-natuur beleid en beheerde haar terreinen ook op die manier. Veel bos en mooie bosranden lagen direct om de start- en landingsbanen. Het was echt een luchthaven omgeven door bos. Veel van het bos dat Defensie na 1950 heeft aangelegd is en wordt gekapt door de nieuwe ontwikkelplannen;

Defensie vloog alleen op werkdagen van 9.00 uur tot 16.30 uur met 2 squadrons boven Twente en Nederland.

Alleen het moment van opstijgen kon je goed horen, daarna waren ze weg. Of ze vlogen een rondje over de omgeving.

Er was een uitzondering: als de wintertijd was ingegaan dan werd er 1x p. week avondvliegen gedaan tot 23.00 uur. Het vond alleen in de winter plaats en was dus maximaal 20 x p. jr.

Het was een heel herkenbaar geluid. Geen ree, geen konijn dat ervan opkeek. Geen dier was er bang voor. Vogels hielden even op met zingen en gingen dan weer door.

Om 17.00 uur werd normaal de poort dichtgetrokken door het personeel van Defensie en ging iedereen naar huis. Dan was het STIL, echt stil.

Ook in de weekenden werd er niet door Defensie gevlogen.

Er was dus na 17.00 uur geen activiteit van Defensie. Nachtactieve dieren als vleermuizen en boommarters en dassen hadden dan het rijk alleen. Overal konden ze over en onder de hekken door. De reeën populatie op de militaire luchthaven was ongekend groot.

Het gebied van 500 hectare groot was nagenoeg niet verlicht in de avond en de nacht, een amberkleurig (oranje) lampje aan een gebouw kon wel eens blijven branden maar dat was het.
Alleen dus in de winterdag was de baanverlichting wel eens aan, als het vroeger donker was of met avondvliegen.

Defensie gebruikte voor de rest in het 500 hectare grote gebied alleen vleermuisvriendelijke verlichting: dus rustige amberkleurige verlichting, die vast zat aan de gebouwen. Vrijstaande lantaarnpalen die zag je eigenlijk niet. Dit is heel kenmerkend voor defensie terreinen.

Vleermuizen en andere nachtactieve soorten raken gedesoriënteerd bij fel wit kunstlicht. Defensie ging daarom heel bewust om met de amberkleurige verlichting van het terrein.

De familie Blijdenstein heeft het Landgoed eind jaren 90 verkocht en heeft zelf nooit een onderzoek naar vleermuizen ingesteld. Natuurlijk zaten die vleermuizen er toen ook al, net als de boommarter. Ze hadden niet alleen de Lonnekerberg maar het hele achterland dus het gebied van Defensie en konden zich zo makkelijk verplaatsen naar omliggende natuurterreinen als het Holthuis etc.

In 2004 begon Defensie haar activiteiten af te bouwen en al in december 2007 heeft Defensie het gebied verlaten en het terrein verkocht aan het min. Van Economische Zaken, die het in 2010 doorverkocht aan ADT.

Juist door Defensie en het door haar gevoerde beleid is de natuur hier zo rijk geworden.

Een goed voorbeeld van hoe economie en ecologie prima samen kunnen gaan.